Jochem Kazemier

Jochem Kazemier - 32 jaar (Timmerman)

Jochem was de broer van de eigenaar van transportbedrijf Kazemier. Hij besloot timmerman te worden en kreeg in 1942 een eigen bouwbedrijf in Veendam. Hij kreeg daar veel kennissen en vrienden en kwam via een van hen in contact met het verzet. Jochem Kazemier had een groot rechtvaardigheidsgevoel. Daarom ging hij in de illegaliteit.

Helaas voor Jochem woonde er een NSB’er bij hem in de buurt, die hem verraadde aan de Duitsers. Er volgde een huiszoeking, maar men kon Jochem niet vinden. De NSB’er zei echter dat Jochem wel thuis moest zijn, dus volgde er een nieuwe huiszoeking. Bij die tweede huiszoeking ontdekten de Duitsers een dubbele zolder in de bedstee. Jochem werd gearresteerd en naar de gevangenis in Groningen gebracht.

Op maandag 9 april 1945 werd Jochem samen met negen andere gevangenen uit het huis van bewaring in Groningen gehaald en in een vrachtauto geladen die met zeildoek werd afgedekt. Vijf leden van de Sicherheitsdienst reden mee. Een van de gevangenen, de commandant van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten uit Leek, zag kans om om drie uur 's nachts uit de vrachtauto te springen en zo te ontkomen. Op een zandweg bleef de auto steken. Ook met behulp van een aantal paarden was de auto niet van zijn plaats te krijgen. In de loop van de ochtend werd de auto door een andere vrachtwagen weggesleept. De beide vrachtauto's reden naar de plaats van de executie. Op de Nije Drintsewei tussen Bakkeveen en Allardsoog werden de tien gevangenen doodgeschoten.

Door de zware mist konden de omwonenden niets zien. Op woensdag 11 april 1945 echter ontdekten enkele personeelsleden van de Nederlandse Heidemaatschappij dat er op een stuk bouwland was gegraven (op de plaats waar nu het monument staat). Daar vonden ze de tien stoffelijke overschotten. Onder geheimhouding werd de afschuwelijke vondst bij de leiding van de Volkshogeschool in Allardsoog gemeld. Van daaruit werd de commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten in de gemeente Opsterland gewaarschuwd. Men vreesde voor een herhaling, maar er gebeurde niets meer. De Canadezen waren met een snelle opmars bezig. Op zondagmorgen 15 april 1945, bevrijdingsdag in dit deel van het land, werd het acht meter lange graf geopend om de slachtoffers te identificeren. De begrafenis volgde op 17 april op de begraafplaats in het bos bij Bakkeveen.

Jochem werd naar Aduard gebracht. Ook de anderen werden in eigen dorp herbegraven. Alleen het stoffelijk overschot van de kunstenaar Hendrik Werkman bleef in Bakkeveen. Later is in Veendam een straat naar Jochem genoemd: de J. Kazemierstraat.


Aduard in de oorlog
Aduard kent achttien slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog: Joodse inwoners die vermoord zijn in vernietigingskampen, verzetsstrijders die tijdens hun activiteiten van het leven zijn beroofd, boeren die om het leven kwamen tijdens de melkstaking, een soldaat die sneuvelde tijdens het uitoefenen van zijn functie en mensen die helaas op het verkeerde moment op de verkeerde plek waren.