Aaltje Cohen - Van der Woude
08-10-1912 te Groningen †16-09-1943 te Auschwitz (Polen)Aaltje Cohen - Van der Woude - 30 jaar (Huisvrouw)
De familie Cohen bewoonden het huis aan (huidig adres) Burgemeester Seinenstraat 18.
De familie Cohen
Dokter Elie Aron Cohen (* 16-07-1909 te Groningen) behaalde in 1935 zijn artsdiploma. Hij ging eerst voor een halfjaar als vervanger voor een zieke collega in Aduard. In 1936 trouwde hij met Aaltje van der Woude en in 1939 werd hun zoon Aron Elie geboren. Ze bewoonden het huis aan (huidig adres) Burgemeester Seinenstraat 18.
In 1940 werden de eerste plannen gemaakt om te vluchten. Vanaf 1 mei 1941 mocht dokter Cohen alleen nog maar Joodse patiënten behandelen. Dat wilde de dokter niet en het gezin verhuisde naar Groningen. Daar ging dokter Cohen werken bij een firma die steunzolen en andere hulpmiddelen maakte.
In juli 1942 moesten de Joden naar werkkampen en dokter Cohen dook onder. Hij kreeg de kans om tegen betaling naar Zweden gesmokkeld te worden. In Delfzijl lag een vrachtschip voor hem klaar en er was een taxi voor hem geregeld. Op 13 augustus om 15.00 uur verscheen er een taxichauffeur, een oud-Aduarder. Die bracht hem echter niet naar Delfzijl, maar naar het hoofdstation, waar hij hem uitleverde aan de Duitsers. Wat hulp leek te zijn, bleek dus op verraad uit te draaien.
Op transport
Op 23 oktober 1942 kwam dokter Cohen in het kamp in Amersfoort terecht. “Ik zag bij de Tor twee mensen staan, waarvan er één een bordje op zijn borst had dat ik niet kon lezen. Er kwam een SS’er, die sloeg die man zo vreselijk tot hij erbij neerviel… Zo zag ik ook de wethouder van Amsterdam als een hoopje vuil in een kruiwagen vervoerd worden.” Omdat hij arts was, werd dokter Cohen overgeplaatst naar de ziekenafdeling, waar hij ook extra eten kreeg.
Op 7 december 1942 werd hij overgeplaatst naar Westerbork. Ook daar werd hij ondergebracht bij de ziekenafdeling. Zo werd hij ook betrokken bij de transporten. Hij moest mensen keuren en zeggen of ze wel of niet op transport konden. In veel gevallen gaf hij bewust een onjuiste verklaring die luidde dat de mensen niet vervoerd konden worden. Toen de Duitsers erachter kwamen dat dat vaak niet klopte, mocht hij dit werk niet meer doen.
Auschwitz
Op 16 september 1943 kwamen dokter Cohen, zijn vrouw en kind en ook de ouders van zijn vrouw aan in Auschwitz. Daar werden de mannen en de vrouwen gescheiden. Op de oproep “Ärzte austreten” meldde dokter Cohen zich. Vervolgens werd hij bij een groep jongeren geplaatst. De Stubenälteste feliciteerde hem: “De rest van jullie transport is al vergast”, was wat hij te horen kreeg. Zijn vrouw en zijn zoon waren dus diezelfde dag al overleden, net als alle anderen.
Het lukte dokter Cohen om weer op de medische afdeling geplaatst te worden, waar hij weer bewust verkeerde diagnoses stelde, nu om mensen uit de gaskamer te houden. Maar steeds dreigde de dood. Eens moest dokter Cohen een paar verzwakte mensen naar een auto helpen lopen die hen naar de gaskamer zouden voeren. ‘Wij liepen naar de wagen, zetten daar de mensen in en wilden teruggaan, maar de SS’er begon te schreeuwen: “Was ist los Mensch? Wohin?” Beleefd als de dokter was zei hij: “Herr Sturmmann, wir gehen zürück”, waarop hij antwoordde: “Ach Mensch, das geht doch nicht, ihr seid doch mitgezählt”. En als je eenmaal meegeteld was, dan was je lot beslist. Er moest een hogere SS-officier aan te pas komen voordat dokter Cohen terug mocht. Vervolgens werd bepaald dat hij niet hoorde bij het ‘ongedierte’ en dus ook niet hoefde te worden vernietigd. In de nacht van 17 op 18 januari 1945 moest iedereen het kamp uit en op transport. Wie niet in staat was om mee te gaan, werd doodgeschoten. Er volgde een treinreis in kolenwagons, met 120 mensen zonder eten of drinken in een wagon, via Mauthausen naar het nevenkamp Melk. Dokter Cohen werd niet meer gezien als arts en hij moest weer vrezen voor zijn leven.
Op 6 mei 1945 kregen de kampbewoners te horen dat de Amerikanen het kamp zouden gaan bombarderen. Aangeraden werd om in een grot te gaan schuilen. De kampbewoners weigerden dat omdat ze bang waren dat de grot door de bombardementen zou instorten.
Plotseling klonk het bevel dat ze terug moesten naar de barakken. Ze waren erg verbaasd, zeker toen even later de kreet klonk: “De Amerikanen zijn in het kamp!” Dokter Cohen had voor zichzelf uitgerekend dat hij het waarschijnlijk tot midden mei vol zou kunnen houden. Toen de Amerikanen er waren liep ik met de armen omhoog naar de appèlplaats. “Ik dacht: ik kan nog lopen. Vrijheid!! Vrijheid!! riep ik.”
Na de oorlog
Na de oorlog had de dokter het moeilijk om het gewone leven weer op te pakken. Toch wilde hij door. In 1947 trouwde hij opnieuw en hij kreeg twee kinderen. Hij vestigde zich als huisarts in Arnhem. Zijn ervaringen in het kamp zouden Cohen nooit meer loslaten. Hij werkte hard, maar het bestaan was moeilijk. “Ik kon de praktijk niet meer aan, want het concentratiekamp zat vastgebakken in mij: pas op, niet ziek zijn, want dat betekent je dood.” De grote klap kwam met het huwelijk van prinses Beatrix en prins Claus in 1966. Hij was nergens meer, het was alsof zijn eigen dochter met een Duitser ging trouwen.
Veertien dagen na dit huwelijk kreeg hij een hartinfarct. Vanaf toen moest hij het rustiger aan gaan doen. Hij besloot de geschiedenis van concentratiekampen te gaan bestuderen en zijn verhaal en ervaringen op te gaan schrijven, om anderen duidelijk te maken dat dit nooit weer zou mogen gebeuren. “Op 8 februari 1941, ik zie mij nog staan in de spreekkamer, bracht de post een brief waarin stond dat “alleen zij niet-Joodse patiënten mochten behandelen die geen Jood waren. En de Joodse gemeenschap in Aduard was klein. Aan de Heereweg (Grintweg) woonden twee oudere echtparen, aan de Friesestraatweg een gezin met twee kinderen en wij waren met z’n drieën. Elf Joden in totaal. En hoeveel hebben de oorlog overleefd? Eén. Die ene ben ik.
In 1985 heeft de gemeente Aduard (mede voor Dokter Cohen, zijn vrouw en hun zoontje) een blijvende nagedachtenis opgericht, in de vorm van een oorlogsmonument. Als dank daarvoor heeft dokter Cohen zeventig bomen laten planten in het Dr. E.A. Cohenpark in Israël. Ook heeft hij het dorp Aduard een schilderij aangeboden. Op het schilderij wordt een boom uitgebeeld, waarin een Israëlische stad zichtbaar is met daarbij een bos. Het schilderij heeft jaren naast de ingang van de bibliotheek gehangen maar is helaas tijdens een verbouwing spoorloos verdwenen.
Aduard in de oorlog
Aduard kent achttien slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog: Joodse inwoners die vermoord zijn in vernietigingskampen, verzetsstrijders die tijdens hun activiteiten van het leven zijn beroofd, boeren die om het leven kwamen tijdens de melkstaking, een soldaat die sneuvelde tijdens het uitoefenen van zijn functie en mensen die helaas op het verkeerde moment op de verkeerde plek waren.